Droom in blauwe regenjas en de stand van zaken nu (deel II)
Tsead Bruinja schrijft wekelijks een column over literatuur in de Leeuwarder Courant, doorgaans vriendelijk familiaire cursiefjes. In ‘Ik haat Renoir’, de column van twee maart, haalde hij een paar nagenoeg vergeten gebeurtenissen op. De ene had te maken met de tweetalige bloemlezing Droom in blauwe regenjas (2004), de andere met een literair grapje van kunsthistoricus en blogger Huub Mous dat geen genade vond. (Deel II)
.
Bruinja herinnerde de lezer aan een presentatie van de bloemlezing in De Tille, de voormalige boekwinkel aan het Ruiterskwarter in de binnenstad van Leeuwarden. ‘Huub Mous […] stond met dichter Eeltsje Hettinga tussen de optredens van een aantal Friese dichters door, koeien- en kippengeluiden te maken.’
Het was inderdaad een wonderlijke beestenboel, die winteravond, begin 2005. Mous had een kleurige kippenkop op, zelf had ik een opgeruimde ossenkop aangeschaft, attributen die we ’s middags in de feestneuswinkel aan de Voorstreek in Leeuwarden hadden gekocht. Achteraf misschien een beetje te gortig, maar op dat moment dolle pret.
Tussen de optredens van de ‘Droom-dichters’ door lieten we een ferm ku-ke-le-ku en een groots ‘oote oote boe’ horen. Dat werd door de bedrijfsleider van De Tille niet erg gewaardeerd. ‘Noch ien kear en ik tráááááápje jim der út…’ [Nog één keer en ik schop jullie er echt uit.]
Mous nam de Tille-man eens op, riep: ‘Ach, krijg nou de tieten’, deed zijn jas open en liet een stel grote plastic borsten zien, Himalaya gebergten die uit diezelfde kleine Leeuwarder feestneuswinkel kwamen. Een rood aanlopende Bruinja zag ons het liefst aan de hoogste boom opgeknoopt.
Gedonder
Nu, twaalf jaar later, schrijft Tsead Bruinja in zijn LC-column: ‘De mannen protesteerden tegen het onrecht dat ik Hettinga had aangedaan door zijn werk niet in de aldaar gepresenteerde bloemlezing op te nemen. Dat had anders gemoeten, want de poëzie van Eeltsje Hettinga was en is zeer de moeite waard.’
Protest tegen het onrecht? Nou nee, niet echt. De reden dat ik niet in Droom in blauwe regenjas stond, was eenvoudig: ik wilde graag vooraf de inleiding bij de bloemlezing lezen. Bruinja weigerde. De deal ging dus niet door.
De bloemlezer begreep er niets van. Hoe kon iemand die in ‘Droom’ de meeste gedichten zou krijgen zoiets in godsnaam aan zijn neus voorbij laten gaan? In het tijdschrift de Moanne zei hij daarover: ‘Het werk van Eeltsje Hettinga zou goed in de bloemlezing passen. Hij zou er met hoogste aantal gedichten, maar liefst achttien, in komen.’
Enfin, geen bloemlezing of er is gedonder. Arjan Hut bijvoorbeeld kreeg precies één gedicht, ondanks dat hij met zijn bundel Nachtswimmers een fraai debuut had gemaakt. Uit protest schreef hij het spotgedicht ‘Kondoom yn blauwe reinjas’. Albertina Soepboer, van wie acht gedichten werden opgenomen, werd uiteindelijk lijstaanvoerder.
Wortels en etnische registratie
Toch was er nog iets anders waarom Huub Mous en ik naar De Tille kwamen, die avond. Het ging om een kwestie die eigenlijk niets met de bloemlezing had te maken. We wilden vooral een luidkeels boe en bah laten horen tegen allerlei idiote, op de Traditie gerichte krachten.
Binnen het nieuwe restauratiegilde waren sommigen, onder wie de dichter-journalist Abe de Vries, van mening dat we voortaan veel Friese wortels dienden te eten, zodat de Friese literatuur ethisch en moreel weer op krachten kon komen.
Was dat standpunt op zich al om zum Kotzen, het beroerde ervan was ook nog eens dat die wortels voor een deel in een nogal dubieus Fries verleden lagen. En de kleur ervan was bepaald niet de kleur van de sneeuw die buiten langs de ramen van De Tille dwarrelde.
Ruim tien jaar later is er weinig veranderd in het Friese poëzieveld. Nieuwe talenten zijn er niet of nauwelijks bijgekomen. De Douwe Tamminga-priis voor debutanten kon twee jaar geleden zelfs niet worden uitgereikt.
Dichters als Anne Feddema, Albertina Soepboer, Elmar Kuiper, Jacobus Smink, Nyk de Vries en Tsead Bruinja behoren nog steeds tot de top van de Friestalige poëzie. Bruinja heeft zich bovendien een niet onverdienstelijke plek verworven binnen het Nederlandse literaire systeem.
En op de achtergrond speelt, nog enger, het orkestje van een aantal diep-Friezen…
Verder is er de zogenoemde Mienisme-beweging – een groep die voornamelijk bestaat uit (oud-)studenten van hoogleraar Goffe Jensma – die bij monde van Meindert Reitsma zegt te willen afrekenen met “de ironische en sarcastische literatuur van schrijvers als Nyk de Vries, Meindert Talma en Jaap Krol. (…) We willen werken aan een positief en constructief klimaat.”
En op de achtergrond speelt, nog enger, het orkestje van een aantal diep-Friezen, onder wie de Fries-nationalistische dichter Cornelis van der Wal die volgens de Leeuwarder Courant nog steeds een nationaliteitsverzoek heeft liggen om zich als ‘Fries’ in de gemeentelijke basisadministratie te laten opnemen, zeg maar: etnische registratie voor Friezen.
Actie-Advocaat
Ondertussen kan Tsead Bruinja als zelfstandig ondernemer van zijn vak bestaan, onder meer met het schrijven van columns als ‘Ik haat Renoir.’ Daarin geeft hij aan dat hij, en dat pleit voor hem, na zoveel jaar wel kan lachen om het feit dat hij destijds in De Tille ‘nijdig werd (…) en beide heren wel wat kon aandoen.’
De vraag is of die lach ook geldt met betrekking tot de literaire grap rond de Gysbert Japicx-prijs, die destijds nogal wat stof deed opwaaien. In de zomer van 2009 had Huub Mous het zogenoemde nieuws de wereld in geslingerd dat Tsead Bruinja de hoogste literaire prijs van Friesland zou krijgen.
Bruinja zag er de humor niet van in en stuurde Frieslands meest beroemde blogger het Amsterdamse advocatenkantoor Griffiths Advocaten op zijn dak. ‘Ik vreesde voor mijn reputatie,’ zegt een bijna ontwapende Bruinja nu, zoveel jaar later.
Toch heb ik zijn Actie-Advocaat nooit goed begrepen, te meer niet omdat hij ook de maker was van die ene fameuze regel “wij slaan terug met bruggen van woorden”, afkomstig uit het gedicht ‘Leave nimmen wit…’ Was Bruinja zijn eigen klassieke regel vergeten?
(…) leave lit tiid ús fan inoar ôf skuorre at wy ien foar ien / deageane wy slaan werom mei brêgen fan wurden
‘Zwerver’
Het gewraakte Mous-artikel is niet meer op het net terug te vinden. Het moest verwijderd, op straffe van een dikke dwangsom. Mous: ‘Ik heb wel eens vaker een advocaat aan mijn broek hangen. Maar om nu mijn huis te moeten verkopen en zwerver te worden, nou nee, dat wordt mij toch ook weer te gortig.’.
=====.
- ‘Nationaliteitsverzoek’, Leeuwarder Courant, 14 mei 2012.
- Tamminga-prijs, Tzum, 8 oktober 2014.
- ”Mienisme’, Leeuwarder Courant30 mei 2015.
- Droom in blauwe regenjas / Dream yn blauwe reinjas, Hein Jaap Hilarides en Tsead Bruinja,Bornmeer, 2004.
- Droom in blauwe regenjas. Elk skiepke syn knipke (diel I), Eeltsje Hettinga, 5 april 2016 [blog]. . .