Friese besluitvorming over windenergie een klucht

griene enerzjy‘Door je nu vast te leggen op 530 megawatt windenergie, leg je een bom onder de motivatie en creativiteit van de Friese samenleving om ook andere vormen van duurzame energie tot ontwikkeling te brengen. Dat zou doodzonde zijn. Want juist een solide maatschappelijk draagvlak is van doorslaggevende betekenis voor het succesvol verduurzamen van de Friese energieproductie’, schrijven de Friese Statenfracties van Groen Links en VVD in het gezamenlijke, vandaag (17/05/14) verschenen persbericht ‘Geef energiedebat weer terug aan de Friese samenleving.’ 

De fracties willen een Friese energieconferentie op poten zetten, waarin het energievraagstuk in de volle breedte aan de orde komt. Een uitstekend initiatief, maar wel een beetje laat, allemaal. Op grond van de structuurvisie ‘Fryslân Windstreek 2014′ moeten Provinciale Staten op 18 juni instemmen met de mogelijkheid om 530,5 Megawatt windenergie op Friese bodem te plaatsen.

Als zogenoemde zoekgebieden voor de te ontwikkelen megawindparken heeft de provincie drie gebieden aangewezen: het IJsselmeer bij Makkum-Hindeloopen, de Kop van de Afsluitdijk en het industrieterrein langs de A7 bij Heerenveen. Verder zijn bij Fryslân foar de Wyn (FFDW), de organisatie van Friese Milieu Federatie, Platform Duurzaam Fryslân en Hou Fryslân Mooi, tientallen initiatieven voor windenergieprojecten ingediend die het quotum van 530,5 moeten vervolmaken.

Onrust

Als het Groen Links en VVD werkelijk menens is met de uitspraak dat ze zich niet direct willen laten vastpinnen op de door de provincie te realiseren doelstelling van 530 Megawatt aan windenergie, dan zullen ze eerst de Friese PvdA-gedeputeerde Hans Konst ter verantwoording moeten roepen. Hij was degene die in december 2012 besloot om de doelstelling van 400 MW met 125 MW te verhogen, zonder Provinciale Staten daarover eerst te laten stemmen. Waar waren de Statenfracties toen?

Met het oog op het democratisch gehalte van de besluitvorming doet zich verder een van de meest ernstige en meest verontrustende politiek-bestuurlijke kwesties voor sinds de Tweede Wereldoorlog. Concreet: wanneer de Friese politiek er niet in slaagt om de aangewezen zoekgebieden voor grootschalige windturbineparken van meer dan 100 MW in ontwikkeling te brengen, bij voorbeeld doordat er maatschappelijk geen of niet genoeg draagvlak voor is, dan behoudt Den Haag zich op grond van de crisis- en herstelwet van 2010 en de Rijkscoördinatieregeling van 2012 het recht voor om in Fryslân de gebieden aan te wijzen voor windturbineclusters van meer dan 100 MW.

En om in windtermen te spreken, wie bepaalt dat Ueberstorm-moment van ingrijpen door Den Haag? Dat is de VVD’er, oud-minister en voormalige Commissaris van de Koningin in Fryslân, Ed Nijpels. Hij is voorzitter van de zogenoemde Borgingscommissie Energieakkoord, die toeziet op de uitvoering van dat akkoord. Daarin is afgesproken dat in 2020 14 procent van de totale energievoorziening ingevuld moet zijn door ‘duurzame’ energie, met een aandeel windenergie op land van in totaal 6000 megawatt (MW).

Ook al is de overgrote meerderheid van de Friese bevolking tegen de rücksichtlose inpassing van grootschalige windparken, het Rijk eigent zich het recht toe om niet alleen die stem te negeren, maar die van ook elke lagere bestuurslaag. En dat alles in naam van, jawel, het landsbelang. Het Rijk maakt Fryslân tot een farce en de democratisch bestuurlijke slagkracht van de provincie blijkt een klucht.

Gezien de immense maatschappelijke onrust die de windenergie-plannen veroorzaken, zouden partijen als Groen Links en de VVD in samenwerking met een aantal andere Statenfracties moeten aansturen op een uitstel van de behandeling van de structuurvisie Windstreek Fryslan op 18 juni. Daarnaast zouden de verschillende partijen het moeten aandurven om de bestuurlijk-politieke impasse te doorbreken met de mogelijkheid tot het houden van een provinciaal of desnoods een noordelijk referendum over windenergie.