Overdonderende poëzie van Dean Bowen –

(07-06-2018) Hij is dichter, performer, psychonaut, Dean Bowen. Zijn poëzie is een amalgaam van culturele invloeden en identiteiten. Het bestaan tussen verschillende talen en culturen is bepalend voor de gedichten in zijn bundel ‘Bokman’, onlangs genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs voor het beste Nederlandse poëziedebuut. Zijn werk is de alles overdonderende lyriek van een subversieve geest. Wat in ontdekking. Wat in openbaring. De poëzie van Bowen doet denken aan het werk van Ginsberg.

Zo begint het lange ‘vier bladzijden tellende gedicht ‘ik zag het vale donker en woede de stad verzwelgen … ‘. Er zit ‘rage’ in dit Howl-achtige gedicht, een tekst met een grote politieke lading waar het om de verhouding tussen verschillende generaties en bevolkingsgroepen gaat, in het bijzonder tussen de gekleurde en niet gekleurde gemeenschap. In het verlengde brengt de dichter onderwerpen als racisme , kolonialisme en religie over het voetlicht.

Allerlei tegenstellingen worden in het gedicht ‘ik zag het vale donker…’ bespeeld. Tegenover de generatie X bijvoorbeeld worden minder fortuinlijke groep gezet, ze kennen het zwart van het asfalt, het zwart van beton, steen en schaduw. Ze missen het licht.

Scherpzinnig en hard is Bowen als hij de houding van de ‘onhebbelijke kijkbuisadepten’ op de korrel neemt, een generatie die alleen oog heeft voor zichzelf heeft.’ Ooit waren ze ‘nieuwetijdskinderen’, maar ze hebben hun sensitiviteit verloren. Over de oorzaak ervan zegt de dichter hard en onverheeld: ‘geen liefde’.

Dichter en performer Dean Bowen (1984) publiceerde onder meer in de tijdschriften Samplekanon en Hard// Holle , in nY en Kunsttijdschrift Vlaanderen. In 2015 ontving hij in de categorie poëzie de Van Dale Spoken Award. De bundel Bokman is zijn debuut. Daarin heeft Part II als titel zijn eigen naam, geschreven as .Dean Bowen. Onder het motto ‘Onze namen smeulen van je.’ gaat de dichter, die van Surinaamse afkomst is, in een reeks van vijf gedichten op zoek naar de geschiedenis van zichzelf en Suriname, in het bijzonder van de inheemse indianen, de Marrons, de koloniale machthebbers en de slavernij.

kleur, spijs en minaretten

Niet alleen in ‘ik zag het vale donker…’, ook in de rest van Bokman spelen etnische, culturele en religieuze onderwerpen een belangrijke rol. De veranderingen op alle drie de terreinen zijn onder meer een gevolg van demografische ontwikkelingen. Het blanke deel van de bevolking dat doet alsof die veranderingen er niet zijn, denkend dat de tijd teruggedraaid kan, dat is blind voor de diversiteit.

Sarcastisch haalt de dichter uit naar de burgerlijke vaders voor wie alleen het loonstrookje en de oorlog tellen, lieden die dromen van de glorieuze dagen van een eens machtige VOC, ‘de nederlandse wegen niets kenden van kleur of spijs en minaretten.’

kolonialisme

Er gelden inmiddels andere wegen en andere woorden. Dat bewustzijn bepaalt grotendeels ook het politieke karakter van Bokman. Toch snijdt de persoonlijke lyriek bepaald niet onder. Sterker, Bowen zijn poëzie is hyperpersoonlijk , al was het maar vanwege die ene regel in het uit vijf delen bestaande gedicht getiteld ‘ . dean bowen ‘:‘ik ben geboren, Dean Andrew Jake Bowen , uit gelaagde opmaak geboren s.’ (p. 25 ).

De dichter zijn afkomst, ‘de gelaagde opmaak’, heeft alles te maken met de koloniale geschiedenis van Suriname , slavernij, het gesleep met mensen, van Afrika naar de andere kant van de oceaan, oftewel de diaspora .

Veelzeggend is de Bokman-regel ‘ik ben van de gronden van Rotterdam en Paramaribo en Linden en Kaapstad / elke thuis is een schoot deed een nieuwe mijd baart ‘. Met een knappe taalgrap wordt erin verwezen naar Herman Gorters gedicht Mei.

Levend tussen verschillende talen en culturen zoekt en onderzoekt de dichter zijn plaats, zijn taal, zijn identiteit. Van die tocht doet hij verslag: vitaal , gedreven en soms meedogenloos hard wanneer de dichter bijvoorbeeld de welvaart van het Westen spiegelt aan die van het Afrikaanse continent:

‘Muzak is een vervaagde kanttekening in oud urban graffiti straatmarkeringen
De rancuneuze redenen van oud volk houden stand want waar is blues of jazz
Waarachtig is het late uur en het klikken fan stappen met dronken gezang
En taxi’s zwaar onder het gewicht van de welvaartsbuik en spiegel deze dan in
…………………………………………………………………………………………………………………….Afrika’


In het gedicht ‘ik zag het vale donker en razernij de stad verzwelgen … ‘ hekelt de dichter ook de door hem genoemde ‘vijfdecemberperikelen’ , de datum die bij hem in het perspectief staat van zowel koloniale tijd als de angst voor ‘de donkere huid’ van de Andere .

(…)
tanden scheuren het vlees van minderjarig bot
een nieuw ritueel van een eigentijds bohemien te jong seniel of
onzuiver van herinnering
korsakov en andere spirituele voldoening

grootvaders uurwerk tikt en wij schrijven de hyperbolische kronieken van het
mechaniek van het monster terwijl wij
met plastic aureool ons eigen evangelie prediken op naamloze fora

mijn donkere huid maakt mij boeman
is ……………………..niet…………….. boeman………………………. maar
angst en vijfdecemberperikelen

.
Dergelijke regels tekenen, impliciet, ook de dichter zijn afkeer van het racisme van politieke partijen als de PVV en Forum voor Democratie, partijen die met de hakken in het zand de blanke top der duinen proberen te behouden. Degenen die niet tot hun soort en partij behoren, ‘wenen (…) gereduceerd tot sigarettenrook en bierbuikobsceniteiten’.

spoken word

Wat in Bokman telt, is vooral het ritme. Niet voor niets kreeg de dichter een paar jaar geleden de Van Dale Spoken Award voor zijn poëzievoordrachten, zijn werk wat dat betreft in een lange, orale traditie. Zaken als rijm of eindrijm, interpunctie en hoofdletters komt men in deze poëzie niet tegen. Regels worden vaak niet afgemaakt, zinnen, ingedikt en wel, worden bewust ongrammaticaal gehouden, terwijl verschillende talen soms over elkaar heen tuimelen.

Het is door Bowens opeenstapeling van beelden, zijn lange, breed uitwaaierende regels in een vorm die eigenlijk geen vorm wil zijn, waardoor regels vaak op verschillende manieren tot begrip kunnen worden gebracht. De poëzie ademt op die manier. De gedichten doen herinneren aan de poëzie van de Beatdichters en de Vijftigers. In het nagenoeg programmatische ‘ik zag het vale donker en razernij de stadverzwelgen … ‘ worden de dichters van die tijd ook expliciet genoemd :

‘Campert Kouwenaar Vinkenoog Lucebert & Hugo Claus
…………….en meer
………………………zoveel meer (!!!)

De geschiedenis en de A7

Net alleen het lezen van Bokman, ook na het lezen, dit voorjaar, van De Geschiedenis van Suriname van schrijver, journalist en Surinamist Hans Buddingh is er de wetenschap dat de koloniale geschiedenis van Suriname een eindeloos onderbelicht deel in onze cultuur is, laat staan dat die geschiedenis ooit in het onderwijs goed over het voetlicht is gebracht.

Buddinghs standaardwerk over Suriname zou, samen met De Geschiedenis van de Surinaamse literatuur van Michiel van Kempen verplichte kost moeten worden voor de groep recht-nationalistische demonstranten die volgende week, vijftien juni, voor de meervoudige kamer van de rechtbank in Leeuwarden moeten verschijnen, een groep die vorig jaar november bij de intocht van Sinterklaas in Dokkum het verkeer op de A7 blokkeerden in een poging de ander het recht op demonstratie te ontnemen.

© Eeltsje Hettinga

Bokman,.Dean Bowen
Gedichten
Uitgeverij Jurgen Maas, 2018
.

paloeloe roept de ether aan

halfstok lichaam theater de ribbenkast draagt gordijnen waarachter al jouw
componenten gronding fingeren onaf omlijning geeft blauwdrukprocessen weer
die we expanderen om holten voor je echo’s in het detail te nestelen

paloeloe
is een hart oceanen over

zandzakkensentiment de dijken waar golven migranten zo weinig de zee
gelijken kapotslaags het kapitaal wie de marktwerking omarmt weet zijn plek in
de afvalverwerking te relativeren tot kostenpost geopolitiek en de handen langs
het scheerdraad

welzijnsbehoefte een on-europese vertaling van haar saeculum aureum
rouwrandtongen genoeg die meer dan burgervader betuigingen van aanzetten
tot nog maar tien jaar langer in de huizen waar het tapijt bevlekt we vieren

paloeloe
een maag uiteengevouwen

gewelddadig vandaag een onaanzienlijke toekomst vleesgeworden stilte die
geen schouders aangeboden om op aan te sluiten brandmerken als eeuwen
geleden wapenlichamen gehard baarmoeder melanine onuitwisbaar hoeveel en
hoever en hoelang nog te gaan

postmillenniale menners venten wolkenspiegels gescherfd die van kreupel
sociaal een biologisch verminken de nieuwspraak politiek maar waag niet jouw
autonomie weerkaatst dedain een traditie die grootmoeders van grootmoeders
bekopen met net genoeg tongval geleerd de laatste namen gedragen weten
welke gewassen en het land vanwaar

paloeloe
een geest gelost van boei

vereeuwigd in hoofdstadstraten ornament de leeuwen waaronder moeder groot
werd voordat zij indianen verkoos op haar papieren haar dochter de schreeuw
die net als enkelen meer mij de rug recht van balletles overgehouden

Nguyễn Nam Chi groot thuiskomen van een oorspronkelijke naam die onze
communale bodem fakkeldraagt Mia You water voor wortelschieten in nieuwe
bodem geleerd mi na yu Neusa Gomes aardmoeder opwaarts gekantelde
paloeloe en roepen de ether aan

Ut: Bokman, s. 42