Visuele poëzie, in: ‘Letterhoeke’
INSTALLATIE
In: ‘LETTERHOEKE’ –
“Woorden kunnen zo zwanger zijn van betekenis, dat ze als vanzelf een caleidoscoop aan beelden oproepen. Omgekeerd zijn er ook beelden, die zo suggestief of mysterieus zijn dat ze spontaan om duiding of benoeming vragen. Bij de installatie Visual Poetry / Fisuele Poëzy, die drie inhoudelijke pijlers heeft, staat dit grensgebied tussen beeld en taal centraal.
Bij visuele poëzie gaan beeld en taal een hechtere eenheid aan met elkaar. ‘Het is een tendens waarbij dichters letterlijk buiten de lijntjes van het papier springen, Eind negentiende eeuw begon de Franse dichter Mallarmé zo accenten in zijn teksten aan te brengen, hij maakte woorden groter of juist kleiner. Daardoor kreeg het werk een visueel karakter,’ vertelt bedenker Frank den Oudsten. Een gedicht over regen wordt zo verbeeld dat de letter als regendruppels over de pagina lijken te lopen. De tekst krijgt een andere realiteit en kiept als het ware om in beeld. Het literair-historisch anker voor dit project is het Friese tijdschrift Quatrebras (1954-1969) met dichters als Marten Brouwer, Jelle de Jong, Sybe Sybesma, Josse de Haan, Reinder Rienk van der Leest en Hessel Miedema, die in hun werk de visuele dimensie opzochten.
‘De verwevenheid van taal en beeld is van alle tijden en van alle windstreken: in het grensgebied van de woorden en de dingen wordt ons beeld van de werkelijkheid gevormd. Geen wonder dat vele generaties dichters en kunstenaars voor ons dit territorium van de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van de disciplines wisten te vinden. Daar, waar het vuur van de inventie gloeit, waar het voorstellingsvermogen door de omstandigheden wordt aangejaagd, wortd van hen die door pure nieuwsgierigheid en lust tot avontuur worden gedreven, een permanente spagaat gevraagd. Met een been in het domein van de taal en het andere in dat van het beeld.’
Raderwerk
Vier enorme installaties, poetry machines, van elk vier meter hoog, draaien geluidloos een bijna meter brede textielbaan in een heel traag tempo rond. Op de banen letters, woorden en beelden met het werk van vier jonge koppels, dichters, beeldend kunstenaars en een muzikant. Ze zijn gevraag nieuw werk te maken voor de poetry machines en waar relevant te reageren op de experimentele poëzie, bijvoorbeeld uit de tijd van Quatrebras.’
Dichter Eeltsje Hettinga werkt met schilder Machteld van Buren: Eeltsje Hettinga heeft voor de gelegenheid een nieuw gedicht ‘Au Musée’ geschreven. In het onderzoek van Hettinga en Van Buren staat de vraag centraal hoe poëzie zich kan ontplooien in andere dimensies en werklijkheden dan op papier.”
Marijke de Boer, in Letterhoeke, jan. 2018